Kredietbescherming bij arbeidsongeschiktheid: wat moet jij als adviseur weten?

Als adviseur kijk je verder dan alleen de rente en looptijd van een lening. Je wil dat je klant de lening ook in minder rooskleurige omstandigheden kan blijven dragen. Arbeidsongeschiktheid is één van die scenario’s waar veel consumenten liever niet over nadenken, maar waar de financiële impact groot kan zijn. Kredietbescherming kan in zulke situaties uitkomst bieden, maar het is geen automatisch passende oplossing voor iedereen.

In dit artikel helpen we je om kredietbescherming goed uit te leggen aan jouw klant, inclusief de aandachtspunten, valkuilen en alternatieven.

Wat is kredietbescherming?
Kredietbescherming is een aanvullende verzekering op een persoonlijke lening. De verzekering neemt (een deel van) de maandlasten over wanneer de klant deze door omstandigheden niet meer kan betalen. Denk aan arbeidsongeschiktheid, onvrijwillige werkloosheid of overlijden.

Voor jou als adviseur is vooral relevant dat kredietbescherming:
-financiële risico’s beperkt wanneer inkomsten wegvallen
-extra zekerheid biedt voor klanten met weinig buffer
-verantwoord lenen kan versterken

Let wel: het is geen vervanging voor een bredere AOV of nabestaandenvoorziening. Het is echt een product dat alleen de maandlast van de lening beschermt.

Drie vormen van kredietbescherming
-Arbeidsongeschiktheidsdekking
De verzekeraar keert een bedrag uit als de klant door ziekte of een ongeval niet meer (volledig) kan werken. De uitkering is vaak gekoppeld aan de mate van arbeidsongeschiktheid en loopt een vaste duur, bijvoorbeeld 12 of 24 maanden. De beoordeling sluit meestal aan bij het UWV.

-Werkloosheidsdekking
Bij onvrijwillige werkloosheid wordt een deel van de maandlasten tijdelijk overgenomen. Let op de voorwaarden: minimale werkhistorie, geen uitzendcontract zonder uren, geen ontslag op eigen verzoek, etc.

-Overlijdensrisicodekking
Bij overlijden wordt de lening geheel of gedeeltelijk afgelost zodat nabestaanden niet met de schuld blijven zitten. Deze dekking kan in sommige gevallen overlap hebben met een ORV die klanten al elders hebben lopen.

Hoe werkt de dekking bij arbeidsongeschiktheid?
Bij arbeidsongeschiktheid beoordeelt de verzekeraar of en hoeveel recht op uitkering er is. Belangrijke elementen om met jouw klant te bespreken:
-er geldt vaak een wachttijd van 30 tot 60 dagen
-de uitkering is beperkt in tijd (meestal 12–24 maanden)
-uitkering kan lager zijn dan de volledige maandlast
-vooraf bestaande aandoeningen zijn vaak uitgesloten

Voorbeeld (ter ondersteuning in adviesgesprekken)
Stel: jouw klant sluit een persoonlijke lening af van € 20.000, met een looptijd van 84 maanden en een rente van 6,4%. De maandlast komt daarmee uit op zo’n € 296. In eerste instantie is dat prima te dragen. Maar dan gebeurt het onverwachte: een ongeval, een langdurige blessure, een periode van herstel waarin werken (tijdelijk) niet meer lukt. Het inkomen daalt, terwijl de vaste lasten gewoon doorlopen.

Op dat moment komt de kredietbescherming in beeld. Met een arbeidsongeschiktheidsdekking die maximaal € 250 per maand uitkeert gedurende twaalf maanden, wordt een groot deel van de maandlast opgevangen. De klant betaalt dan niet langer € 296, maar slechts een eigen deel van ongeveer € 46 per maand. Je ziet vaak dat klanten hierdoor net genoeg lucht houden om hun overige vaste lasten te blijven betalen, zonder direct in betalingsproblemen te komen.

Wat zijn de voordelen voor jouw klant?
Wanneer een klant arbeidsongeschikt raakt, verandert er vaak in korte tijd ontzettend veel. Plots draait het leven om medische afspraken, gesprekken met het UWV en de vraag hoe lang het herstel gaat duren. In zo’n periode is financiële rust misschien wel belangrijker dan ooit. Het helpt enorm wanneer je klant weet dat een deel van de maandlast al is afgedekt. Dat geeft net dat beetje stabiliteit waarop je kunt terugvallen terwijl de rest nog onzeker voelt.

Die rust is niet alleen prettig, maar voorkomt ook dat een klant ongemerkt in betalingsproblemen belandt. Je ziet in de praktijk dat één gemiste betaling al kan leiden tot aanmaningen, oplopende kosten en uiteindelijk zelfs een negatieve BKR-registratie. Kredietbescherming kan precies dat voorkomen: het doorbreekt de neerwaartse spiraal voordat die begint.

Voor adviseurs past dit ook in het bredere plaatje van verantwoord lenen. Voor klanten met een beperkte buffer, een enkel inkomen of een onzekere werksituatie hebben simpelweg minder ruimte om tegenvallers op te vangen. Voor hen kan deze bescherming het verschil maken tussen een lening die betaalbaar blijft en een lening die direct onder druk komt te staan zodra het inkomen wegvalt. Kredietbescherming is geen luxeproduct, maar een strategische keuze die klanten financiële grip geeft wanneer het er echt op aankomt.

Kredietbescherming past niet bij iedereen
Als adviseur is het belangrijk om niet automatisch richting een verzekering te sturen. De toegevoegde waarde hangt helemaal af van de situatie van de klant.

Denk aan vragen als:
Heeft de klant een financiële buffer?
Is er al een AOV?
Hoe stabiel is het dienstverband?
Zijn er al andere verzekeringen die overlappen?

Kredietbescherming klinkt voor klanten vaak als een geruststellende zekerheid, maar het is wel belangrijk dat je samen met hen ook de keerzijde bespreekt. In adviesgesprekken merk je dat verwachtingen soms hoger zijn dan wat de verzekering in werkelijkheid kan bieden. Zo kan de premie bijvoorbeeld flink oplopen, zeker bij hogere leenbedragen of een bredere dekking. Klanten zien dan ineens een maandlast die hoger uitvalt dan ze vooraf hadden ingeschat, terwijl ze die extra kosten misschien niet hadden verwacht.

Daarnaast is de dekking niet zo vanzelfsprekend als veel mensen denken. Een deel van de gezondheidsrisico’s - zoals psychische klachten, rugproblemen of al bestaande aandoeningen - valt bij veel polissen buiten de bescherming. 
Ook de duur van de ondersteuning is iets waar klanten zich niet altijd van bewust zijn. De verzekering helpt namelijk maar tijdelijk mee. Wie langer uitvalt dan de maximale uitkeringsduur, bijvoorbeeld na 12 of 24 maanden, valt daarna alsnog volledig terug op zijn eigen inkomen. Die beperking kan groot zijn, zeker bij langdurige re-integratie.

En dan is er nog de wachttijd: een periode van 30 tot 60 dagen waarin de klant wél arbeidsongeschikt is, maar nog geen uitkering ontvangt. Juist in die eerste weken komt de financiële klap vaak het hardst binnen, terwijl de bescherming dan nog niet actief is. Dat maakt het extra belangrijk om goed te checken of een klant die periode ook echt kan overbruggen.

Voor jou als adviseur betekent dit: wees realistisch, transparant en maak een afweging op basis van de totale financiële positie.

Veelgestelde vragen van klanten (met jouw mogelijke uitleg)
Is kredietbescherming verplicht?
Nee. Het is een vrijwillige optie. Jij helpt de klant om een afweging te maken of het past bij zijn financiële situatie.
Is bescherming nog nodig als de klant al een spaarbuffer heeft?
Bij een ruime buffer is het minder noodzakelijk. Maar het kan alsnog relevant zijn als de klant zekerheid belangrijk vindt.
Geldt de dekking voor elke vorm van arbeidsongeschiktheid?
Nee, polissen kennen altijd uitsluitingen. Dit is een belangrijk onderdeel van je advies.
Worden maandlasten altijd volledig overgenomen?
Niet standaard. Vaak tot een maximum per maand. Dat moet duidelijk vooraf besproken worden.

Benieuwd wat VCN voor jouw kantoor kan betekenen?

Plan een vrijblijvend kennismakingsgesprek in 
om te kijken wat de mogelijkheden zijn.